De naam "La Grande Bouffe"
is ontleend aan de gelijknamige film van regisseur Marco Ferreri (1928-1997). In 1973 maakte deze onverbeterlijke provocateur zijn genadeloze afrekening met de consumptie maatschappij. Tegelijkertijd was hij een uiterst consequent en gedreven filmmaker, die de mens de maat nam in zijn films.
De cast:
Marcello Mastroianni, Philippe Noiret, Michel Piccoli, Ugo Tognazzi, Andréa Férreol
De inhoud:
Vier vrienden van middelbare leeftijd trekken zich terug op een landgoed met het voornemen zich binnen een weekend dood te eten (letterlijk) aan uitgelezen gerechten. Michel, Marcello, Philippe en Ugo (de personages in de film dragen de voornamen van de acteurs) zijn in het dagelijks leven als televisie-producer, piloot, rechter en meesterkok gegoede burgers, maar geven zich op hun afgelegen stek over aan een gastronomische orgie. Op verzoek van Marcello worden er prostituées in huis gehaald, die na een wilde nacht geshockeerd afhaken. De moederlijke onderwijzeres Andréa, die bij toeval in het gezelschap verzeild is geraakt, ontpopt zich nu als erotische muze en tevens noodlotsgodin van het viertal. Een voor een sterven de mannen, al dan niet geholpen door Andréa. In de slotscène van de film laat ze een verse, maar nu nutteloze lading vlees in de tuin deponeren...
 
 
De reacties:
"La Grande Bouffe" werd tijdens de première op het filmfestival van Cannes in 1973 met boegeroep ontvangen en afgekraakt in de Franse pers. De thematiek viel niet goed en de Franse topacteurs zouden ook nog eens zijn misbruikt door de Italiaanse 'gastarbeider' Ferreri. De regisseur kreeg in Frankrijk een taart in het gezicht gegooid en Piccoli kon zich enige tijd niet op straat vertonen zonder uitgescholden te worden. "La Grande Bouffe" werd een 'succès de scandale' en trok wereldwijd volle zalen. In Nederland werd de film uitgebracht als "De Grote Schranspartij". Nu, dertig jaar later is het schandaal verstomd, maar heeft Ferreri's verbeelding van genot en doodsdrift nog niets aan kracht ingeboet.
Hoe reageerde de Nederlandse pers? Van morele geschoktheid was weinig te merken. De verklaring ligt mogelijk in de Nederlandse progressieve tijdgeest van de jaren zeventig. Het waren de jaren van de tegencultuur, waarin morele verontwaardiging werd gezien als een uiting van een bekrompen geest. Critici beten liever hun tong af dan dat zij werden beschuldigd van zedenmeesterij. Hoewel "La Grande Bouffe" uitnodigt om stelling te nemen tegen wat in die tijd 'de consumptiemaatschappij' heette, draaiden de meeste Nederlandse critici om de hete brij heen. Ze maakten niet duidelijk wat ze werkelijk dachten van de film.
 
 
De analyse:
Geholpen door het schandaal werd "La Grande Bouffe" Ferreri's grootste commerciële succes. Iedereen wilde de film zien. Italianen reisden met busladingen naar Frankrijk, omdat de film in Italië verboden was. Dertig jaar later kost het moeite om de morele opwinding te begrijpen. De cultuurkritische inhoud was niet de 'trigger' van de morele verontwaardiging, want films die de Westerse levenswijze bekritiseerden waren er in overvloed. Ook dat de mannen zich doodvraten, verklaart het rumoer niet. Een Franse filosoof had het bij het juiste einde: dat Ferreri het menselijk lichaam in al zijn banaliteiten toonde, tastte het dominante beeld van de mens aan als een beschaafd en denkend wezen. In "La Grande Bouffe" is de mens een vretend, boerend, schijtend, overgevend en neukend organisme. In de Middeleeuwen zou niemand er aanstoot aan nemen, maar het beschavings-offensief in de negentiende eeuw verklaarde het banale lichaam taboe. Ferreri schoot het aan flarden. Ook Ab van Ieperen zag het scherp: "Het bijzondere van "La Grande Bouffe" is dat Ferreri zijn personages presenteert als fysiologisch functionerende wezens; etend, boerend, ontlastend. Niets bijzonders eigenlijk, maar alleen op het witte doek zelden vertoond in 1973". Nu snakken we naar het taboe. Marco Ferreri wordt bedankt!